Met een nieuwe manier van testen, uitgevoerd door huisdiereigenaren zelf, ontdekt de diervoederindustrie hoe ze voeding voor dieren beter en smakelijker kunnen maken.
Baasjes van honden of katten willen het beste voor hun dieren, en daar hoort gezonde voeding bij. Huisdiervoeding moet in Europa aan bepaalde nutritionele voorwaarden voldoen, zoals vastgesteld door FEDIAF (The European Pet Food Industry). Er schuilt echter een addertje onder het gras: de tests voor diervoeding worden uitgevoerd in kennels en zijn niet altijd representatief voor huisdieren in alle soorten en maten. Het in-home testen van diervoeding, uitgevoerd door de baasjes zelf, zou daarom wel eens de toekomst kunnen zijn. "Dit heeft het potentieel om de gehele markt naar een hoger niveau te tillen," benadrukt Evelien Bos, onderzoeker bij Wageningen University & Research (WUR).
Afgelopen vier jaar vond er een bijzondere samenwerking plaats tussen diervoederbedrijven en de WUR.De bedrijven schonken gezamenlijk 325.000 euro, waardoor Evelien Bos kon beginnen met haar onderzoek naar in-home testen. Huisdiereigenaren voeren zelf de tests uit. Ze verzamelen gegevens en sturen monsters terug naar het lab. Daarnaast biedt videoanalyse inzicht in voedselvoorkeuren van de dieren.
In 2020 gingen de verteerbaarheidsstudies voor honden van start (De Gouden Hondendrol), gevolgd door een test voor katten (Kat in ’t bakkie) en de smaaktesten. Deelnemers waren verspreid door heel Nederland. Bij elk onderzoek deden tussen de 30 en 127 dieren mee.
De belangrijkste conclusie uit het onderzoek: “Er werd altijd gedacht dat er tot wel tien dagen lang getest moet worden voordat je iets weet over de smakelijkheid en verteerbaarheid van diervoeding. Maar dat blijkt absoluut niet het geval. In veel gevallen hebben we binnen enkele dagen al betrouwbare resultaten.”
Het onderzoek is van essentieel belang, benadrukt Bos, die vorig jaar haar PhD afrondde. “Tests met honden en katten in kennels zijn niet volledig representatief voor de thuissituatie. Zo is er een verschil tussen huisdieren en dieren die in kennels leven. Huisdieren verschillen immers in grootte en activiteitsniveau. Als gevolg hiervan is er ruimte voor verbetering.”
Nieuwe voeding ontwikkelen
Negen bedrijven uit de diervoedingsindustrie waren betrokken bij het onderzoek, waaronder Prins Petfoods. “Als in-home testen de nieuwe standaard wordt in de industrie zou dat een goede stap zijn naar een beter dierwelzijn. Bij de ontwikkeling van nieuwe voedingen willen de consument daarbij betrekken, direct al vanaf de beginfase. We zien dat eigenaren het ook heel leuk vinden om mee te denken. Uiteindelijk kan het proeven van de voeding ook prima bij de eigenaar thuis. Zij kennen hun huisdier immers het beste. Het is fantastisch dat dit nu onderbouwd en opgezet is vanuit de universiteit”, zegt Willemijn Lootens-Veen, manager productontwikkeling bij het bedrijf.
Innovatie vindt volop plaats bij Prins Petfoods. Het bedrijf heeft recentelijk geperste voeding met insecten gelanceerd, voor onder andere een lagere CO2-voetafdruk. Daarnaast is het bedrijf bijvoorbeeld ook bezig met het onderzoeken van AI als ondersteuning van het Prins CareTeam, dat dagelijks tientallen adviesvragen van huisdiereigenaren beantwoordt.
Een gat in de markt
Inmiddels staat er voor Bos een nieuwe stip op de horizon. “Ik ben een start-up begonnen, genaamd Pet Panel, waarbij ik de onderzoeksmethode die ik heb ontwikkeld tijdens mijn onderzoek nu beschikbaar maak voor de industrie.” De onderzoeker (en inmiddels ondernemer) tekende recentelijk de papieren bij de notaris: de officiële start van het bedrijf. “Ik merkte dat er tijdens het onderzoek al veel vraag was vanuit de industrie, dus besloot ik dat mijn werk niet enkel op de boekenplank moest belanden.”
De eerste in-home testen voor de industrie staan al gepland. Bos is zeker van haar zaak: "Met behulp van in-home testen kan de gehele diervoedermarkt naar een hoger niveau worden getild."