‘Nederland moet af van het Calimero-complex rond verduurzamen’
Hoe zorgen we voor voldoende water en koelte tijdens extreme hittegolven en hoe houden we onze voeten droog bij hevige regenval? Klimaatadaptief bouwen moet steden weerbaarder maken voor extreme weersomstandigheden. Maar er is meer nodig.
“Nederland moet af van het Calimero-complex als het gaat om verduurzamen”, stelt Frank van der Hoeven, onderzoeksdirecteur van de faculteit Bouwkunde aan de TU Delft en wetenschappelijk directeur van 4TU.Bouw. "Mensen wijzen vaak naar grote landen als het gaat om verduurzamen. Ik hoor regelmatig dat mensen zeggen: 'Nederland is maar een klein landje, waarom zouden wij voorop moeten met het terugdringen van onze CO2-uitstoot?' Maar als je kijkt naar ons aandeel in de wereldeconomie, dan zijn wij helemaal niet zo klein. We kunnen wel degelijk impact maken."
We hadden de afgelopen jaren te maken met extreme hittegolven, het was heel lang heel heet. Daarnaast hadden we – recent nog – te maken met gevaarlijk hoge waterstanden en zelfs overstromingen. En dat terwijl we in de zomer juist heel zuinig moeten zijn met water om voldoende drinkwater te hebben. Klimaatverandering wordt steeds zichtbaarder. Daardoor is er steeds meer aandacht voor klimaatadaptie: het aanpassen van onze omgeving op het veranderende klimaat.
Aanpassen én verbeteren
Het is ook een van de kernonderwerpen binnen 4TU.Bouw, een samenwerkingsverband tussen de bouwkundefaculteiten van de technische universiteiten in Nederland. Een van de Domein Aanjaag Teams (DAT’s) is gericht op klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving. Het team initieert nieuwe onderzoeken en is daarnaast het aanspreekpunt voor mensen uit de industrie, de topsectoren en de overheid. Van der Hoeven is al vanaf het begin betrokken bij het klimaatadaptatieteam. “We kijken vooral naar klimaatadaptatie in de directe woonomgeving van mensen, denk aan overlast door hitte of water. Hierdoor kunnen we echt impact maken op het dagelijks leven van burgers.”
Groen, groener, groenst
Het team ontwikkelt samen met TKI Bouw en Techniek een programma over klimaatadaptatie. Van der Hoeven: “Daarin richten we ons niet alleen op klimaatadaptatie, maar ook op natuurinclusief bouwen. Als we toch een groene gevel maken, dan kunnen we er meteen voor zorgen dat bijvoorbeeld vogels veel nestgelegenheid hebben in de muur. Dus is veel gevallen zijn deze twee aspecten makkelijk met elkaar te verenigen.” Daarnaast is ook gezondheid een belangrijk aspect. “Hitte kan een grote impact hebben op je gezondheid. Ook de kwaliteit van drinkwater kan bijvoorbeeld verslechteren wanneer de grond en de leidingen opwarmen. Ook daar moeten we oplossingen voor vinden in het kader van klimaatadaptatie.”
Om onze steden aan te passen aan het klimaat, is het bijvoorbeeld belangrijk te zorgen voor genoeg groen. Dit houdt water vast en zorgt voor verkoeling in de zomer. “Maar klimaatadaptatie kun je niet los zien van klimaatmitigatie (maatregelen om de opwarming van de aarde tegen te gaan, red.)”, stelt Van der Hoeven. “Als we groene gevels gaan maken om steden koel te houden, dan moeten we ook meteen kijken naar het bouwen met circulaire en duurzame materialen.”
In Europees verband zijn verschillende projecten opgezet om de klimaatvraagstukken gezamenlijk aan te pakken, dit is het New European Bauhaus (NEB). “Hierin wordt de Green Deal gekoppeld aan sociale vernieuwing van buurten en de kwaliteit van de architectuur. Onder andere de TU Delft en de TU/e zijn betrokken bij verschillende NEB-projecten”, stelt Van der Hoeven. Zo is de TU Delft bijvoorbeeld betrokken bij NEB-STAR, een project over nieuwe concepten rond wonen. Daarnaast is er ook aandacht voor technologische verandering zoals digitalisering, bijvoorbeeld in het project DigiNEB. Bovendien is de ontwikkeling van talent belangrijk in de verschillende projecten, waaronder NEBA. De TU/e is onder andere betrokken bij RAPS (Radical Architecture practice for Sustainability) waarin er aandacht is voor een nieuwe kijk op de gebouwde omgeving.
Toekomstig beleid
Van der Hoeven verwacht dat de nadruk in de komende tijd - voornamelijk gezien de huidige formatie in de politiek - meer komt te liggen op klimaatadaptatie. “De maatregelen met betrekking tot CO2-reductie, lijken met de huidige formatiepartijen een beetje naar de achtergrond te schuiven. Maar geen enkele politieke partij in Nederland zegt: laat huizen maar oververhit raken in de zomer of volstromen met water in regenachtige perioden. Natuurlijk moeten we daar een oplossing voor vinden, daar is iedereen het over eens. Daarom moet klimaatadaptatie stevig verankerd worden in toekomstig beleid.”