De bouw in Nederland moet dringend innoveren. Het woningtekort, het halen van de duurzaamheidsdoelen en onderhoud van de infrastructuur maken transitie en innovatie noodzakelijk. Professor AndrĂ© DorĂ©e, voorzitter van het departement Civil Engineering & Management aan Universiteit Twente, houdt zich al dertig jaar bezig met de vraag hoe de Nederlandse bouwsector â en dan met name de infrastructuur â vernieuwt. âDaarin bekijk ik vooral de rol van de overheidâ, vertelt hij. âDeze vervult vele rollen. De overheid is onder meer marktmeester, belangrijk inkoper, vergunningverlener en handhaver.â
Bouw loopt achter op economie
Dat is makkelijker gezegd dat gedaan. Het ingewikkelde is dat de bouw de golven in de economie volgt maar daarbij altijd een eind achter loopt. Hoge pieken en diepe dalen zijn het gevolg. âAls het de verwachting is dat de economie in elkaar stort, zie je dat er altijd nog projecten zijn waarin de bouw kan doorwerkenâ, legt DorĂ©e uit. âSoms worden zelfs de materialen nog goedkoper. Maar op enig moment zie je dat de economie en de overheid gaan krimpen. De uitgaven gaan naar beneden. Dan gaat de bouw saneren en schiet het weer heel ver door naar beneden. Als ze daar weer uit moeten komen, zoals nu, is er een tekort aan mensen, een tekort aan toeleveranciers en aan materialen. De prijzen schieten daardoor omhoog.â Het helpt niet mee dat er bij langlopende projecten in het begin bepaalde prijsafspraken zijn gemaakt. Door alle tekorten en de stijgende prijzen komen die afspraken op losse schroeven te staan.â
Geen buffers meerÂ
âHet gaat eigenlijk Ăłf te goed Ăłf te slechtâ, aldus DorĂ©e. âAls het goed gaat, hebben ze geen tijd om te innoveren. Als het slecht gaat, hebben ze geen geld om te innoveren. Dat is een systemisch probleem.â Vroeger werd dit deels opgelost door collectiviteit, bijvoorbeeld door fondsvorming voor onderzoek en ontwikkeling of opleiding. âIn het verleden waren er dus een aantal buffers in dat systeem gebouwd. Maar die zijn er in de afgelopen twintig jaar uitgehaald. De bouw wordt daarom nu harder getroffen door de pieken en dalen.â
Lokale productieorganisatie
Om tot oplossingen te komen, worden er gesprekken met allerlei partijen gevoerd, zoals met de directie van bouwbedrijven en Rijkswaterstaat. âEr is jarenlang gezegd dat de sector het zelf maar moet oplossen als er bijvoorbeeld een tekort is aan personeel. Maar infrastructuur, zelfs woningbouw, vraagt om een lokale productieorganisatie. Je maakt een weg nu eenmaal op de plaats waar die gebruikt wordt. Je bouwt geen weg in China om die vervolgens hier neer te leggen.â
Als de lokale productiestructuur niet op orde is, hebben we daar maatschappelijk veel last van volgens DorĂ©e. Zo zijn woningen haast onbetaalbaar geworden. Een ander voorbeeld betreft de sluiting van de Ketheltunnel, in mei 2022. Deze tunnel, een belangrijk onderdeel van de infrastructuur, werd afgesloten omdat een aantal medewerkers van Rijkswaterstaat zich ziek hadden gemeld. Chaos op de snelweg bij Delft was het gevolg. âDan kan je wel zeggen dat Rijkswaterstaat dat beter had moeten regelen maar als je blijft krimpen, moet je je realiseren dat infrastructuur een maatschappelijke functie heeft. Dat kan je niet volstrekt overlaten aan de vrije krachten van de marktâ, aldus DorĂ©e.
Meer werk maken
Als we willen dat we een goed functionerende infrastructuur hebben, moeten mensen op tijd worden opgeleid, moet er duidelijkheid zijn over de innovaties die nodig zijn en moeten er voldoende mensen de sector worden ingetrokken. Het personeelstekort is echter niet van vandaag op morgen opgelost. âWe weten dat er nu een tekort aan mensen is en dat dat de komende tien jaar nog wel zo zal zijnâ, zegt DorĂ©e. âMijn pleidooi is dat we met de mensen die we hebben moeten zorgen dat we meer werk kunnen maken. Alle innovaties die arbeidsbesparend en productiviteitsverhogend zijn, zijn daarom van groot belang. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we leren innovatiespiralen met elkaar te vervlechten.â
Integrale aanpakÂ
Dit betekent dat onderwijs, bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen met elkaar moeten gaan samenwerken. DorĂ©e vindt dat er momenteel te veel verschillende vakjes en afdelingen zijn, elk met een eigen subsidiestructuur. âHet is een patatsnijder van subsidies. Die patatsnijder moeten we doorbrekenâ, zegt hij. âWe moeten de ontwikkeling van nieuwe technologieĂ«n, nieuwe werkprocessen en nieuwe vaardigheden juist gezamenlijk vormgeven en toepassen.â
Op Ă©Ă©n domein werkt zoân integrale aanpak al heel goed: de asfaltwegenbouw. âVanaf 2006 wordt de opleiding en ontwikkeling bij wegenbouwers samen met ons opgepakt. Daarbij ontwikkelen we in overleg de technologie en helpen hen deze te implementerenâ, aldus DorĂ©e. Dit alles komt samen in ASPARi, een gezamenlijk programma van Civil Engineering & Management en het overgrote deel van de wegenbouwbedrijven in Nederland.
Digitalisering in de bouw
Ook binnen 4TU.Built Environment â waar DorĂ©e eerder voorzitter van was â wordt ingezet op samenwerkingsverbanden en het bewerkstelligen van verandering. In dit kader zijn er speciale Domein Aanjaag Teams (DAT) opgericht. Binnen deze teams werken onderzoekers en studenten van de vijf bouwfaculteiten samen op verschillende themaâs, zoals de energietransitie, klimaatverandering en digitalisering. Met name dat laatste thema vormt een krachtige motor achter innovaties in de bouw.
Waarom is juist dat domein zo belangrijk? âWe hebben dus al die verschillende vakjes op alle punten van samenlevingâ, vertelt DorĂ©e. âMaar omdat we naar een integrale aanpak toe willen, moeten ook de informatielijnen en besluitvormingslijnen anders worden. Het belangrijkste wat wij nu doen in de digitalisering is een platform ontwikkelen waar we zonder misverstanden informatie kunnen uitwisselen. Er worden nog te vaak verschillende maatstaven gehanteerd. Zo kan er veel verwarring ontstaan over zoiets als de âdiepteâ van een buis. Afhankelijk van wie je het vraagt, kan deze geĂŻnterpreteerd worden als de bovenkant van de buis, de onderkant of het hart van de buis.â
Eenduidigheid
Om dit te voorkomen, zijn er afsprakenstelsels nodig. En eenduidigheid en betrouwbaarheid van informatie. DorĂ©e: âDigitalisering dwingt ons taal en instrumenten van uitwisseling op te bouwen. Tegelijkertijd kunnen we daarbij met de studenten aan de slag.â Zo kunnen zij bedenken hoe we zo snel mogelijk van papieren naar digitale dossiers gaan. Daarbij is het wel de bedoeling dat de manier waarop de beschrijvingen worden gemaakt overal hetzelfde zijn. DorĂ©e noemt woningcorporaties als voorbeeld: âDe aannemer van de ene woningbouwcorporatie moet straks natuurlijk wel dezelfde tekening krijgen als de aannemer van een andere corporatie. Er is een programmaplan voor heel Nederland nodig. Dat kan alleen als er tegelijkertijd gebouwd wordt aan de instrumenten om iedereen goed te laten samenwerken. Digitalisering is dus absoluut noodzakelijk.â
Overzicht afbeelding: ©ByLaura Photography