Part of the
4TU.
VO
TU DelftTU EindhovenUniversity of TwenteWageningen University
4TU.
VO
NL|EN
Close

4TU Federation

+31(0)6  1423 7775

coordinator@4tu.nl

Website: 4TU.nl

Leren differentiëren en leerlingen tegelijkertijd een leuke tijd geven

donderdag, 7 maart 2024

Een interview over de ambities van het 4TU.VO Platform – het gezamenlijke onderwijsplatform van de 4 TU’s

Het 4TU.VO platform heeft van de 4TU Federatie tot december 2025 financiering ontvangen om verder te bouwen aan een online onderwijsplatform voor het voortgezet onderwijs. 4TU sprak met Jamila de Jong (WUR) en Silke Heesen (UT) van de inhoudelijke werkgroep waar ze nu staan met het platform en welke plannen zij met het 4TU-geld willen realiseren.

Gefeliciteerd! Hoe blij zijn jullie met deze bijdrage?

Jamila: Ja ontzettend blij! Deze financiering helpt ons om het platform verder uit te bouwen. We kunnen daarvan de coördinatie van onze werkgroep betalen, de aanstelling van twee vo docenten en de realisatie en vormgeving van de lesmodules.  4TU heeft plannen om dit programma ook na 2025 te blijven financieren, omdat het zorgvuldig monitoren van de resultaten en de implementatie van dit soort initiatieven in het basis- en voortgezet onderwijs tijd vergt en de effecten pas op langere termijn zichtbaar zijn.

Voor de lezers die het platform nog niet kennen, wat is het 4TU.VO platform?

Jamila: Het is een platform voor het voortgezet onderwijs (VO) waarin de onderwijskennis, het onderzoek en de materialen van de vier TU’s gebundeld worden. Middelbare scholieren – in eerste instantie leerlingen uit 4 vwo - kunnen via lesmodules de onderzoekende en ontwerpende kenmerken van het ingenieursonderwijs aan de TU’s alvast ervaren.

We zijn gestart als een pilot vanuit de pre-university programma’s van de vier TU’s.

VO programma’s per TU

Elke TU heeft zijn eigen onderwijslijn voor leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs. De TU Delft, WUR, Universiteit Twente en TU Eindhoven bieden hiervoor programma’s aan.

Alle vier TU’s vonden dat er meer aandacht voor ingenieursvaardigheden moest komen. Het aanleren van die vaardigheden – de mix van analyse met het hoofd en ontwerpen met hoofd en handen - levert de leerling voor de lange termijn wat op, en werkt beter dan de kortdurende bijspijkerprogramma’s voor de proefwerkperiode.

Het is daarmee echt een diepte-investering. De leerling wordt uiteindelijk student, en daarvan wil je dat die bij de juiste studierichting belandt. Deze missie delen we als pre-university teams, dus het was logisch om hierin samen op te trekken. Inmiddels kunnen we – bijna twee jaar verder- zeggen dat het aanbieden van ingenieursonderwijs via een online platform een haalbare ambitie is. Dat gaan we nu voorzetten in een langdurigere samenwerking.

Silke: Eigenlijk was er de wens om een eigen systeem te bouwen, maar dat bleek veel te ingewikkeld en te tijdrovend. Inmiddels hebben we besloten het bestaande docentenplatform LessonUp te gaan gebruiken.

“Silke: We kiezen meestal actuele thema’s of onderwerpen die jongeren aanspreken. Een mooi voorbeeld is de Kitesurf-module die we ontwikkeld hebben.”
Silke Heesen
UT

Wat zijn de doelstellingen van het platform?

Jamila: Onze eerste doelstelling is het ontwikkelen van kwalitatief goede modules die aansluiten bij het curriculum van het VO. We kijken welke onderwerpen er sowieso al behandeld worden, en fietsen daar de ingenieursvaardigheden bij in.

Silke: We kiezen meestal actuele thema’s of onderwerpen die jongeren aanspreken. Een mooi voorbeeld is de Kitesurf-module die we ontwikkeld hebben. We verpakken het anders door er een prikkelend vraagstuk van te maken: ‘We gaan deze Kitesurf kampioen helpen om de ideale kite te ontwerpen’. Daar blijkt allemaal wiskunde en natuurkunde in verstopt te zitten zonder dat de leerlingen dat meteen doorhebben. Dan zie je dat de kennis gaat landen. Ineens weten ze wat differentiëren is en hebben ze ook nog eens een leuke tijd gehad.

Jamila: De 4TU Federatie heeft ons in ruil voor haar bijdrage nog twee extra doelen mee gegeven, namelijk het zorgen voor meer instroom naar de bèta techniek studies en minder studie-uitval.

illustratie 4TU.VO

Kun je die twee dingen sturen ?

Jamila: Dat is lastig. Het is een optelsom van veel verschillende factoren die een rol spelen in het studiesucces van een student. Onze lesmodules zijn een stukje daarin en bieden geen totaaloplossing. We weten uit ervaring met het Deltaplan Bèta Techniek (2005-2015) dat (les-)ervaringen met bèta helpen bij het kiezen voor bèta. We weten ook dat een goed beeld hebben van een studie, bijdraagt aan het voorkomen van uitval. Onze lesmodules zijn een factor hierin.

Silke: Je kunt wel stellen dat onze modules bijdragen aan meer bewustzijn wat er te koop is in universiteitenland. Ze worden bewust van het bestaan van masterclasses die je aan een universiteit kunt volgen of dat je een meeloopdag of open dag kunt bezoeken om meer over studierichtingen te weten te komen. Zo focussen we op zowel de kwantiteit als kwaliteit van de instroom.


“Onderwijs maken kost tijd. Het effect is niet meteen morgen te meten. Als je nu investeert met modules in de onderbouw, zul je 10 jaar moeten volhouden om te constateren hoe zinvol dit is geweest.”
Jamila de Jong
WUR

Welke uitdagingen zijn er om techniek de klas in te krijgen?

Silke: Het is heel belangrijk zowel de docent als de leerling erin te betrekken. We hebben  beide doelgroepen meegenomen in zowel de analysefase als momenteel in de implementatiefase waarbij de modules getest gaan worden.

Jamila: De ingenieursaanpak die voor ons zo vanzelfsprekend is, is dat niet voor alle vo-docenten. Daar zul je hen in moeten meenemen. Eenmaal overtuigd van de toegevoegde waarde, geven ze hun enthousiasme door aan andere vakdocenten uit hun team en krijgen de modules meer bekendheid. Verder heeft elke TU contacten in zijn eigen regio. Je laat de modules eerst in een klein regionaal verband landen en als die docenten enthousiast zijn, worden zij vanzelf ambassadeur van de modules en gaat de communicatie erover als een vliegwiel werken.

Waarom is structurele financiering belangrijk voor het platform?

Jamila: Onderwijs maken kost tijd. Het effect is niet meteen morgen te meten. Als je nu investeert met modules in de onderbouw, zul je 10 jaar moeten volhouden om te constateren hoe zinvol dit is geweest.

Hebben jullie jezelf targets gesteld?

Silke: Ja de ambitie is om 20 à 30 modules voor de zomer af te hebben en uiteindelijk willen we er 150 in totaal opleveren. Met de huidige werkgroep waarin volop vakkennis zit vanuit de vier technische universiteiten en de ondersteuning van zowel studenten als docenten is dit geen onrealistische doelstelling.

Wat is het succes van de modules?

Silke: Ze hebben een duidelijke kop en staart en zijn interactief, dat wil zeggen dat ze de samenwerking tussen verschillende teamleden stimuleren. Dit komt in het werk van een ingenieur ook terug. Ook behandelen we verschillende thema’s waardoor er altijd wel een module tussen zit die de interesse van de scholier heeft.

Zo hebben we een module die ‘Blue Energy’ heet. Daarin moet je een waterkrachtcentrale ontwerpen. Hier komt veel meer bij kijken dan alleen de harde techniek. Die centrale moet ergens staan, dus heb je te maken met landschapsbeheer, de politiek, en in veel gevallen ook met ethische dilemma’s zoals milieu, privacy en gezondheid. Door al deze verschillende facetten van techniek te laten zien, hoop je het beeld dat scholieren over techniek en ingenieurs hebben, te verruimen.

Waarom richten jullie je in eerste instantie op 4 vwo?

Jamila: Dit zijn leerlingen die al een bèta techniek profiel hebben gekozen en daar kun je met onze modules bereiken dat ze wellicht een technische studie gaan kiezen. Leerlingen van 5 vwo zijn al te druk met de voorbereiding van hun eindexamen, dus dan ben je vaak al te laat. 3 vwo is zeker ook een interessante doelgroep, die bewaren we voor de volgende fase. Na deze fase onderzoeken we ook de mogelijkheden voor het vmbo, havo en zelfs het basisonderwijs.

Wat is de winst om dit samen te doen met de 4 TU’s?

Jamila: Gebundeld in een verband kun je meer als het om inhoud en netwerk gaat. We werken samen met de Vereniging van Hogescholen, vakverenigingen, Stichting Leerplan Ontwikkeling, Sterk Techniek Onderwijs, het bedrijfsleven en partijen als Platform Talent voor Technologie aan dezelfde missie, namelijk het vragen van aandacht voor bèta techniek profielen, en daarmee de instroom naar bèta techniek opleidingen in het hoger onderwijs te stimuleren.

Als een van onze universiteiten aan tafel schuift bij een bedrijf als ASML of bij het Groeifonds dan zit je daar niet als één universiteit maar spreek je voor de vier universiteiten tegelijk. Op zo’n moment merk je dat 4TU een sterk merk is en dat als je vanuit dit samenwerkingsverband dingen steunt, dat ook echt effect heeft.

Hoe ziet het ideale curriculum van een middelbare school eruit als jullie het voor het kiezen hadden?

Silke: Mijn ideale curriculum bestaat uit een mix van kennis en vaardigheden. Die gaan hand in hand. Het gaat er niet alleen om kennis op te doen, maar ook om die kennis toe te passen waarbij je leert om analytische – en ontwerpvaardigheden in te zetten.

Jamila: Ik sluit mij bij Silke aan dat deze combinatie belangrijk is. Het is een balans tussen vakkennis en vakvaardigheden, beide zijn belangrijk. Helaas zien we dat er binnen het bestaande curriculum weinig ruimte is voor die vakoverstijgende vaardigheden. En ook is er weinig ruimte voor interdisciplinaire vaardigheden. Hoe leg je het verband tussen het ene vak en andere stukken vakkennis en -vaardigheden? De hele onderwijssector beseft dat we daar stappen in moeten nemen zodat de aansluiting op het vervolgonderwijs verbetert.

Met onze ingenieursaanpak bouwen we samen aan een onderwijsomgeving die niet alleen kennis versterkt, maar ook de vaardigheden ontwikkelt die toekomstige studenten nodig hebben om zich te oriënteren in een wereld die continu in beweging is.

Bio Jamila de Jong

Jamila de Jong studeerde af als bosecoloog in Wageningen. Na kort in het bosbeheer te hebben gewerkt, startte zij in 2003 bij VWO-campus (voorganger van Wageningen Pre-University). In 2016 kwam zij -na een aantal jaar- terug naar de sociale wetenschappen om het pre-university programma te leiden. Het programma in Wageningen bedient leerlingen en docenten in basis- en voortgezet onderwijs. Daarnaast is ze als beleidsmedewerker onderwijs actief voor de lerarenopleiding  van WU en regionale aanpak lerarentekort.

 

Bio Silke Heesen

Silke Heesen studeerde in 2021 af als onderwijskundige aan de Universiteit Twente. Na 5 jaar als studentmedewerker te hebben gewerkt voor het Pre-University programma van de Universiteit Twente, startte zij daar in 2021 als onderwijskundig projectleider.  Het Pre-University programma van de Universiteit Twente (UT) helpt leerlingen om zich inhoudelijk goed voor te bereiden op keuzes tijdens hun school- en studieloopbaan en succesvol studeren in het hoger onderwijs. Naast onderwijskundig projectleider is Silke ook projectleider van het Pre-U Junior programma, het wetenschapsknooppunt van de Universiteit Twente.   

Silke Heesen